van dakpan
Een
dakpan
bevindt zich op een hellend vlak. Om te voorkomen dat hij naar beneden schuift heeft hij
aan de achterzijde, bovenaan, een neusje: een nokje, waarmee hij achter de
panlat
blijft haken.
Ook bij
daktegels
werkt het zo. Bij de middeleeuwse
holle en bolle pannen
gaat die truc wel op voor de holle pannen, die hangen met hun neus aan de panlat.
Maar de bolle liggen op de holle buurpannen. De beste oplossing is om die pannen ook
op hun bolle kant een neus te geven: de volgende bolle staat dan gewoon op de neus van de voorgaande.
Het lijkt erop dat een holle pan een bolle pan is wanneer je hem omdraait.
Dat is bijna zo, maar de neus heeft meestal een schuine kant (en heet daarom ook neus) en
bovendien lopen de pannen taps toe. De 'monniken' en 'nonnen', zoals ze genoemd worden,
blijven dus toch verschillen.
Tekst: Jean Penders (03-2005). Bronnen: zie literatuurlijst. Foto: Jean Penders